Over welvaart en onbehagen

Meer dan de helft van de Nederlanders heeft overgewicht, we leiden een zittend leven en spannen ons nauwelijks in, we hoeven immers geen moeite te doen om eten te bemachtigen en we hoeven ook niet ieder moment klaarstaan om bij bedreiging op de vlucht te slaan.

‘Het leven is te goed voor ons,’ zei ik laatst tegen een patiënt die kennelijk het idee had dat hij zich moest verontschuldigen voor zijn overgewicht. Overgewicht is geen ziekte, maar een symptoom. Het echte probleem is dat we te wel varen, dat onze maatschappij onze behoeften is voorbijgestreefd. De mens was in den beginne een jager, dat wil zeggen dat hij grote maaltijden in een keer verorberde om dan een hongerperiode door te komen. Maar die hongerperiode die kennen we niet meer. Dat overgewicht zo’n enorm probleem is geworden, bewijst dat we niet gebouwd zijn op de welvaartsmaatschappij waarin we leven.

Objectief gezien hebben we het allemaal prima voor elkaar, we leven lang en gezond, maar we zijn er niet gelukkiger op geworden. We ruziën over politiek, we staan op de tribunes te schreeuwen naar een scheidsrechter omdat hij op zijn fluitje blaast of dat juist nalaat, we verwensen elkaar op twitter en trekken alles wat we horen in twijfel. Hoe meer de discussies verharden, hoe minder ik geloof dat de kampen werkelijk van elkaar verschillen. Er is vooral veel boosheid, de onwil de vrede te bewaren is wat de mensen bindt en wat ze verdeelt. Als je over het verschijnsel onenigheid nadenkt, zonder je er inhoudelijk mee te bemoeien, is de enige mogelijke conclusie dat het ons juist te doen is om de stampei. Als we een rimpelloos wateroppervlak zien, zoeken we een steentje om de sereniteit te verstoren.

Ook die neiging hebben we meegekregen van onze verre voorouders. Als jagers hebben we dat scheutje adrenaline nodig, we zijn verslaafd aan de jacht, en omdat we ons eten voorgeschoteld krijgen, is de jacht een metafoor geworden. We ontwikkelen extremistische ideeën om de spanning te creëren die de jacht ooit deed, we doen dingen om te choqueren, we hebben de sensatie van gevaar en overwinning nodig om het welvaartsleven aan te kunnen. Door hem te bezitten hebben we de graal ontheiligd, en zo zetten we onze rooftocht door.

Grazers zijn redelijke dieren, ze zijn gebaat bij een gematigd klimaat, ze verkiezen een landschap dat groen genoeg is om hun honger te stillen en genoeg beschutting biedt tegen predatoren. Van spanning moet de grazer niets hebben. Maar de mens is anders, als zijn honger gestild is, wordt hij al snel onrustig. De mens is een jager, zijn handelen wordt ingegeven door driften die hij zelf niet begrijpt. Hoe kan iemand die alles heeft vervallen tot alcoholisme? Hoe kunnen mensen zich tégen Europa keren, tegen de democratie, hoewel het tegen hun belangen ingaat? Hoe kan een zo welvarende samenleving zoveel onbehagen opwekken? Is het werkelijk zo dat we ongelukkig worden als het geluk compleet is?

1 thought on “Over welvaart en onbehagen

  1. Wow, twee vingers op de zere plek! Wie dit niet herkent, is wellicht al een eind op weg, in de verkeerde richting… We hebben werkelijk te veel, zonder er naar verhouding moeite voor te hoeven doen. Elke beschaving zakt vroeg of laat door de hoeven. Wat vinden we werkelijk belangrijk?

    Like

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.